Dynamische Referentie Prijs

Zowel voor gascentrales als voor de kolencentrales wordt een “Price Cap” berekend. Deze staat gelijk aan de marginale kostprijs van de centrales. Het minimum van de twee, is de DRP. De marginale kostprijs bestaat uit de kosten voor de brandstof (kolen of gas) en de kosten voor de CO₂ uitstoot.

• Gasprijs: De TTF Day Ahead (End of Day Index) wordt gebruikt als referentie gasprijs. [euro/MWh, gebaseerd op HHV]
• Kolenprijs: De ICE API2 Futures (waarde van de huidige maand, 3 months contract) wordt gebruikt als referentie kolenprijs. [dollar/ton, gebaseerd op LHV] Let op; op handelsplatformen wordt deze prijs in dollar per ton gegeven. Deze waarde moet dus omgerekend worden naar euro/MWh. De actuele wisselkoers wordt hiervoor aangehouden.
• CO₂ prijs: De EEX EUA FUTURES (Settlement Price) wordt gebruikt als referentie CO₂ prijs. [euro/ton CO₂].
• Efficiëntie: De efficiencies zijn representatief voor de nieuwste centrales om zeker te zijn dat de DRP laag genoeg is zodat ook die centrales niet de extra benodigde elektriciteit gaan leveren. Deze efficiencies zijn voor kolen en gascentrales respectievelijk 46% [LHV] en 59% en zijn iets hoger dan wat in de Europese Unie als referentie wordt gehanteerd (document 32015R2402).
• Emissiefactor: De CO₂ emissiefactoren zijn vaste waarden voor kolen en gas. De waarden gebruikt in deze DRP (pilot) zijn 0.334 ton CO₂/MWh voor kolen en 0.2034 ton CO₂/MWh voor gas.
• Calorische waarde van kolen: De gehanteerde waarde voor de calorische waarde van kolen is 25.1 GJ/ton [LHV]
• Conversiefactor LHV/HHV van gas: Omdat de prijs van gas en de efficiëntie van gas niet beide op dezelfde heating value zijn gebaseerd, is een conversiefactor nodig. Deze conversiefactor is 1.11. Bij kolen is dit niet het geval omdat alle waarde zijn gebaseerd op LHV.
• Wisselkoers (euro naar dollar): Effectieve dagelijkse wisselkoers wordt gebruikt in de DRP berekening.

In weekenden en op feestdagen wordt er niet gehandeld. Er komt dus geen nieuwe gas- en kolenprijs tot stand. Om die reden kan er geen nieuwe DRP berekend worden voor de dag erna.

Flexibele elektriciteitsvraag is een waardevolle toevoeging aan het elektriciteitssysteem mits het op een duurzame manier wordt ingezet. Als het op een duurzame manier wordt ingezet, en dus geen extra CO₂-uitstoot veroorzaakt, dan is het voor marktpartijen ook waardevol wanneer die inzet als duurzaam wordt erkend. De DRP is een middel om expliciet te kunnen aantonen dat flexibele elektriciteitsvraag is ingevuld met duurzame elektriciteitsbronnen. Daarmee wordt de inzet controleerbaar en kan het product (warmte, waterstof, etc.) dat is gemaakt op die momenten, als duurzaam worden erkend.

De DRP is ontwikkeld en functioneel bij het bepalen van de energieprestatie van elektrische opwekkers binnen warmte of koude netten. Voor de randvoorwaarden zie de NTA8800. Zie ook “Waarvoor kan de DRP gebruikt worden?”

Alle flexibele elektriciteitsverbruikers zouden gebruik kunnen maken van de DRP. Het is namelijk een middel om de flexibele elektriciteitsvragers juist dan in te zetten als er een overschot is aan duurzame opwek. Denk bijvoorbeeld aan Elektrodeboiler, elektrolysers, warmtepompen en batterijen.

De DRP is ontwikkeld en functioneel bij het bepalen van de energieprestatie van elektrische opwekkers (opwekker die op basis van elektriciteit warmte produceer) binnen warmte of koude netten. Hierbij zijn in de NTA8800 (rekennorm) de volgende randvoorwaarden opgenomen:

• Dit is toepasbaar op technieken die grootschalig worden ingezet voor gebiedsgerichte warmteoplossingen t.b.v. het produceren van warmte voor een warmtenet (500 of meer aansluitingen) uit hernieuwbare elektriciteit m.b.v. elektrische opwekkers.
• De elektrische opwekker draait op dat moment in de flexmodus. Dat wil zeggen dat de elektriciteitsmarkt, niet de warmtevraag, bepalend is voor de inzet van de elektrische opwekker. Door de aanwezigheid van een warmtebuffer kan de warmteproductie het aanbod op de elektriciteitsmarkt volgen los van de momentane warmtevraag
• De drijver van de inrichting (eigenaar en/of gebruiker van de elektrische opwekker) monitort en registreert op een extern te controleren wijze wanneer de desbetreffende techniek is ingezet en onder de price cap valt. In het geval van een kwaliteitsverklaring voor een gebiedsmaatregel kan hierdoor achteraf (iedere 3 jaar) worden gecontroleerd of op die uren aan de voorwaarde van de price cap is voldaan.

In de warmtewet is opgenomen dat alle warmteleveranciers met een vergunning een rapportage over de duurzaamheid van hun warmtenet opnemen in hun jaarverslag. De meeste warmteleveranciers rapporteren de duurzaamheid in hun warmte-etiket. De methode voor de berekening van de duurzaamheid kan je vinden bij: www.rvo.nl/warmtewet.

NTA8800 is de bepalingsmethode om de energieprestatie voor alle gebouwen te bepalen.

Met de NTA8800 kan worden berekend of een gebouw aan de eisen (BENG-eisen) van het bouwbesluit (te zijner tijd het Besluit bouwwerken leefomgeving) voldoet. Deze norm wordt ook gebruikt voor het bepalen van de energieprestatie van een warmte- of koude netwerk.

In de NTA8800 wordt de Dynamische Referentie Prijs de Price Cap genoemd en zorgt er voor dat alleen warmteproductie op basis van aantoonbaar duurzame elektriciteit ook als dusdanig wordt beoordeeld. In de NTA8800 staan ook de overige randvoorwaarden voor elektrische opwekkers (elektrode boiler, warmtepomp, etc.) om gebruik te kunnen maken van het zgn. Pricecapmechanisme. Zie ook “Waarvoor kan de DRP gebruikt worden?”.

De DRP is ontwikkeld in een samenwerking tussen de energiebedrijven, TenneT, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Deze website is een pilot van een jaar, gefinancierd door Energie Nederland en TenneT, voor het registeren van de DRP. Komend jaar (2023) zal gewerkt worden aan de definitieve locatie waar de DRP wordt berekend en wordt geregistreerd. Het doel hiervan is dat er een centrale plek is waar de DRP geregistreerd staat. Deze dataset, in combinatie met de inzet van de flexibele elektriciteitsvraag, kan dan gebruikt worden voor de controle achteraf om te toetsen of de flexibele elektriciteitsvraag daadwerkelijk op de juiste momenten is ingezet.

Heeft u vragen over de DRP, neem dan contact op met drp@tennet.eu.

Heeft u vragen over de NTA8800, neem contact op met bi@nen.nl of neem een kijkje op de website Veelgestelde vragen energieprestatie gebouwen (gebouwenergieprestatie.nl).